De vragen op een enquete moeten eenduidig, neutraal, niet indiscreet en snel te beantwoorden zijn. |
De populatie is de totale groep waarop het onderzoek betrekking heeft. Meestal trekken we uit de populatie een steekproef. |
Er zijn verschillenden soorten steekproeven: gelote steekproef, systematische steekproef en de gelaagde steekproef. |
Simpel gezegd moet een steekproef aan de volgende voorwaarden voldoen: de steekproef moet aselect zijn en de steekproef moet voldoende groot zijn. |
Met 'aselect' wordt bedoeld, dat bij de steekproeftrekking ieder individu of iedere eenheid in de populatie dezelfde kans heeft om in de steekproef terecht te komen. |
Grotere steekproeven geven betrouwbaarder schattingen dan kleinere steekproeven. Bij kleinere steekproeven is de kans groot dat je toevallig iets vindt dat niet klopt... |