Lineaire groei
Bij lineaire groei neemt de hoeveelheid per tijdseenheid met hetzelfde getal toe of af.
Dat getal dat je per tijdseenheid moet optellen heet richtingscoëfficiënt.
Formule
$N=at+b$ met:
-
N: hoeveelheid
-
a: richtingscoëfficiënt
-
b: startwaarde (t=0)
-
t: tijd
|
Exponentiële groei
Bij exponentiële groei wordt de hoeveelheid per tijdseenheid met hetzelfde getal vermenigvuldigd.
Dat getal waarmee je per tijdseenheid moet vermenigvuldgen heet de groeifactor.
Formule
$N=b·g^t$ met:
-
N: hoeveelheid
-
b: startwaarde (t=0)
-
g: groeifactor
-
t: tijd
|
Interpoleren en extrapoleren
Bij een aantal gegevens kun je tussenwaarden schatten met interpoleren. Je kunt dat grafisch doen (teken zo goed mogelijk de grafiek) of met een berekening. We noemen dat lineair interpoleren.
Als je waarden schat buiten het domein van je gegevens dan spreek je over extrapoleren. Dat kan ook grafisch of met een berekening.
|
Voorbeeld
Gegeven het aantal inwoners (in miljoenen) in verschillende jaren:
-
Hoeveel inwoners waren er in 1985?
-
Hoeveel inwoners zijn er in 2001?
Zie voorbeeld uitgewerkt
|