Hoeveel routes zijn er om in drie stappen van C naar A te gaan?
Opgave 2
We nemen 5 letters A, B, C, D en E. We gaan hiermee 'onzinwoorden' maken. Letters mogen meerdere keren gebruikt worden. Er zijn echter wel een aantal beperkingen:
Naast een A mag een B of E staan.
Naast een B mag een A, C, D of E staan.
Naast een C mag een B of D staan.
Naast een D mag een B, C of E staan.
Naast een E mag een A, B of D staan.
We kijken naar woorden van 4 letters.
Hoeveel woorden van 4 letters kun je maken?
Opgave 3
Op een regelmatige vierzijdige piramide van ijzerdraad zit een slak. die over de ribben kruipt. Over elke ribbe doet hij 1 minuut. Bij een hoekpunt aangekomen gaat hij willekeurig een kant op (terug kan ook!)
Als hij op dit moment in hoekpunt $A$ zit, hoe groot is dan de kans dat hij over 4 minuten in hoekpunt $B$ zit?