Bij de molen hiernaast zijn de uiteinden van de wieken aangegeven met P, Q, R en S. Voor de hoogte van punt P blijkt de volgende formule te gelden:
$
h(t) = 18 + 14 \cdot \sin \left( {\frac{1}
{4}\pi t} \right)
$
Hierin is $h$ de hoogte in meters boven de grond en $t$ de tijd in seconden.