$\Delta ABC \sim \Delta FBE$, want:
-
$\angle A=\angle BFE$ (rechte hoek)
-
$\angle B=\angle B$ (triviaal)
Twee driehoeken met twee gelijke hoeken dus $\Delta ABC \sim \Delta FBE$. $\angle C=\angle FEB$. In $\Delta BFE$ kan je $\angle FEB$ uitrekenen met de cosinus.
$cos(\angle FEB)=\frac{2}{3}$
$\angle FEB\approx48^o$
|
$\Delta ABC \sim \Delta AEF$, want:
-
$\angle A=\angle A$ (triviaal)
-
$\angle AEF=\angle ABC$ (rechte hoek)
Kies $AE=x$ en vul de verhouidingstabel in:
Met kruislings vermenigvuldigen krijg je:
$3(x+2)=5x$
$3x+6=5x$
$2x=6$
$x=3$
Als $AE=3$ en $EF=3$ dan $\angle A=45^o$
|