3. hoeken en afstanden

  • Ik kan hoeken in rechthoekige driehoeken berekenen met sinus, cosinus en tangens.
  • Ik kan in rechthoekige driehoeken de lengte van zijden berekenen met sinus, cosinus en tangens.
  • Ik kan met gelijkvormigheid van driehoeken onbekende zijden en lijnstukken berekenen. Ik weet hoe je dat handig kan doen.
  • Ik weet dat twee driehoeken gelijkvormig zijn als er 2 overeenkomstige hoeken gelijk zijn.
  • Ik weet dat je als je gebruik wilt maken van gelijkvormigheid je altijd moet aantonen dat er sprake is van gelijkvormigheid.
  • Ik weet dat je bij gelijkvormigheid ook moet kijken naar de stelling van Pythagoras.
  • Ik weet dat je bij gelijkvormigheid soms een zijde de lengte $x$ geeft en een andere zijde dan uit kan drukken in $x$ zodat je uiteindelijk een vergelijking kan opstellen zodat je de waarde van $x$ kunt berekenen.
  • Ik kan gelijkvormigheid herkennen als er in een figuur een 'snavelfiguren' of een 'zandloperfiguur' te vinden is.
  • Ik kan bij goniometrie ook zonder gebruik te maken van een verhoudingstabel de onbekende hoeken of de lengte van onbekende zijden berekenen.
  • Ik ken de sinusregel en ik kan daarmee onbekende hoeken of zijden in een willekeurige driehoeken berekenen.
  • Ik weet dat je bij een gegeven sinus twee hoeken (tussen 0o en 180o) kunt vinden met dezelfde waarde van de sinus. Deze twee hoeken zijn samen 180o.
  • Ik ken de cosinusregel en ik kan daarmee onbekende hoeken of zijden in een willekeurige driehoek berekenen.
  • Ik weet wanneer ik de sinusregel of de cosinusregel moet gebruiken.
  • Ik kan rekenen met rekenregels van wortels en ik weet hoe je daarmee wortels kunt herleiden. Ik kan vergelijkingen met wortels oplossen.
  • Ik weet dat je (als het kan) wortels altijd moet herleiden.  Ik weet dat je geen wortels in de noemer moet laten staan. Ik weet dat je geen breuken onder het wortelteken moet laten staan.
  • Ik ben op de hoogte van de twee bijzondere rechthoekige driehoeken: de 45-45-90-driehoek en de 30-60-90-driehoek. Ik weet dat deze driehoeken ook tekendriehoeken genoemd worden.
  • Ik kan met de tekendriehoeken de exacte waarde van de sinus, cosinus en de tangens geven van hoeken van 30, 45 en 60 graden.

Algemene aanwijzingen
  • Let op bijzonder driehoeken en bijzonder vierhoeken. Meestal gebruik je de speciale eigenschappen bij je berekenen.
  • Let er op dat je bij gelijkvormigheid van rechthoekige driehoeken je aan één scherpe hoek genoeg hebt voor gelijkvormigheid.
  • Als je niet weet hoe je een opgave moet aanpakken denk dan aan gelijkvormigheid of teken een handige hulplijn. Meestal is dat een hoogtelijn omdat je dan fijn een rechte hoek hebt...

Website

©2004-2024 Wiskundeleraar - login