Deze functies hebben karakteristieke eigenschappen: toppen, asymptoten, eindpunten, etc. Als je de grafiek van zo'n functie ziet kun je hem vaak gemakkelijk op grond van deze eigenschappen herkennen. Je kent al een aantal standaardfuncties waarvan je de karakteristieke eigenschappen kent. Veel grafieken zijn transformaties van die standaardgrafieken. Met behulp van die karakteristieke eigenschappen kan je bij gegeven grafieken het functievoorschrift opstellen.
Opdracht
Vraag 1
Ga naar #DWO, log in en doe de module functies raden en dan kiezen voor formules bij diverse functies. Zie eventueel https://www.wiskundeleraar.nl en dan hulpmiddelen voor de hyperlink.
Ga naar DWO, log in en doe de module functies raden en dan kiezen voor formules bij goniometrische functies. Zie eventueel https://www.wiskundeleraar.nl en dan hulpmiddelen voor de hyperlink.
TIP: gebruik in je functievoorschrift de juiste variabele. Dit wordt in het tekstvlak aangegeven.