Leesbaar en duidelijk Nederlands schrijven
Algemeen.
-
De spelling is correct, spellingcontrole is uitgevoerd.
-
De interpunctie is correct.
-
Grammaticaal zijn de zinnen correct.
-
Wees zorgvuldig in het gebruik van ‘tijd’.
-
Gebruik een actieve vorm; vermijd de lijdende vorm.
-
Schrijf kort en bondig in plaats van ‘log’; niet ‘met betrekking tot’ maar ‘met’.
De zinnen.
-
Splits te lange zinnen.
-
Wissel de zinslengte af; langere zinnen wisselen kortere af.
-
Beperk het aantal bijzinnen.
-
Formuleer één gedachte per zin.
-
Zet informatie die bij elkaar hoort, bij elkaar.
-
Zet de kern van een zin vooraan in plaats van een te lange aanloop nemen.
-
Kies details en voorbeelden met zorg.
De woorden.
-
Gebruik alleen lange woorden als het niet anders kan.
-
Gebruik zoveel mogelijk ‘gewone’ woorden in plaats van moeilijke vaktermen.
-
Vermijd dubbele ontkenningen.
-
Gebruik alleen echt noodzakelijke bijvoeglijke naamwoorden.
-
Beperk het gebruik van afkortingen.
-
Gebruik afkortingen alleen als ze ingeburgerd zijn.
-
Beperk de afstand tussen verwijswoord en het woord waarnaar het verwijst.
Deze aanwijzingen zijn gebaseerd op: Journalistiek schrijven voor krant en vakblad, Henk Donkers, Jaap Willems.
Links
©2004-2024 Wiskundeleraar - login
|