Jan moet een toets maken van 20 meerkeuzevragen. Bij elke vraag kun je kiezen uit 4 antwoorden. Bij 12 vragen weet Jan het antwoord. Bij de andere vragen twijfelt hij tussen 2 antwoorden en moet dus gokken. Je mag ervan uitgaan dat hij bij de vragen die hij zeker weet alle antwoorden goed zijn en dat bij de vragen waarbij hij twijfelt tussen 2 antwoorden het goede antwoord er inderdaad bij zit. Om voor de toets voldoende te halen moet Jan minimaal 15 vragen goed hebben.