Teken een cirkel met middelpunt A en straal groter dan de helft van de afstand van A tot B.
Teken een cirkel met middelpunt B en dezelfde straal.
De snijpunten van deze cirkels noemen we P en Q.
Teken de lijn door de punten P en Q. Dat is de middelloodlijn van A en B.
Bewijs
De punten P en Q zijn zo getekend dat ze even ver van A als B af liggen. P en Q zijn dus punten van de middelloodlijn. PQ is dus de middelloodlijn van A en B.