Actueel
Archief
Culinair
Didactiek
Documentatie
Etalage
Formules
Fotoboeken
Functies
Geschiedenis
ICT
ICTauteur
Laatste nieuws
Lesmateriaal
Muziek
Natuur
Onderwijs
Ontspanning
Persoonlijk
Probleemaanpak
Proeftuin
Puzzels
Rekenen
Rekenmachines
Ruimtemeetkunde
Schoolwiskunde
Snippers
Systeem
Taal van de wiskunde
Vergelijkingen
Verhalen
WisFaq
WisKast




Uitgebreide inhoudsopgave

Inhoudsopgave.

  • Hoofdstuk 1 – voorkennis en herhaling.
    • Inleiding.
    • Inleveropdracht A.
  • Hoofdstuk 2 – telproblemen, kansrekening en kansverdeling.
    • Telproblemen.
    • Kansrekening.
    • Kansen optellen en/of vermenigvuldigen.
    • Inleveropdracht B.
  • Hoofdstuk 3 - Kansfuncties en kansverdelingen.
    • De geometrische verdeling.
    • De binomiale verdeling.
    • Hypergeometrische verdeling.
    • Poissonverdeling.
    • Normale verdeling.
    • Negatief exponentiële verdeling.
  • Hoofdstuk 4 – Steekproeven, schatters en betrouwbaarheid.
    • Wat is een steekproef?.
    • Schatters.
    • Betrouwbaarheid en schattingsinterval
    • Berekening van de steekproefomvang.
    • Schatten van de variantie.
    • De t-verdeling.
    • Wanneer de t-verdeling?.
    • Inleveropdracht C.
  • Hoofdstuk 5 – Toetsen, chi-kwadraatverdeling en verschiltoetsen.
    • Toetsen, voorspellingsinterval en kritieke gebied.
    • De chi-kwadraatverdeling.
    • Verschiltoetsen voor m.
  • Hoofdstuk 6 – meetniveau, regressie, correlatie en samenhang.
    • Meetniveaus.
    • Regressie.
    • De kleinste-kwadratenmethode.
    • De grafische rekenmachine.
    • De rangcorrelatiecoëfficiënt van Spearman.
    • Associatiemaatstaven.
    • Beperkingen en valkuilen.
  • Bijlage A – regressie en correlatie op de CASIO..
  • Bronvermelding.

Lerarenopleiding wiskunde - Willem van Ravenstein
oktober 2009 - bijgewerkt maart 2011

Bronvermelding

  • Statistiek om mee te werken – Dr. A. Buijs – 6e druk 1998
  • Statistiek om mee te werken – Dr. A Buijs - opgaven
  • Statistiek om mee te werken – Ir  K de Bont - uitwerkingen


Je kunt hoog springen. Je kunt laag springen. Je kunt ook niet springen. Alles kan altijd beter maar dat gaat nooit vanzelf.

http://www.wiswijzer.nl

©2004-2024 W.v.Ravenstein