| 
				 
					Toevalsvariabele 
				
					Bij een kansexperiment voegt een toevalsvariabele (stochastische variabele, stochast) aan elke uitkomst een getal toe. 
				
					Toevalsvariabelen kun je gebruiken om gebeurtenissen kort te noteren, als $P(X=2)$ of $P(1\le X\lt 4)$ 
			 | 
			
				 
					Kansverdelingen 
				
					Als je aan de waarde van een toevalsvariabele (ook wel stochast genoemd) kansen toekent spreekt men van een kansverdeling. 
				
					De kansverdeling van $X$ is een tabel waarin bij elke waarde van $X$ de bijbehorende kans is vermeld. 
				
					De som van de kansen in een kansverdeling is 1. 
			 | 
		
		
			| 
				 
					Verwachtingswaarde 
				
					De verwachtingswaarde van bijvoorbeelde de winst is wat je verwacht uiteindelijk, gemiddeld te kunnen halen als je een kansexperiment maar vaak genoeg herhaald. 
			 | 
			
				 
					Berekenen van de verwachtingswaarde E(X) 
				
					- 
						Stel de kansverdeling op van de toevalsvariabele $X$
 
					- 
						Vermenigvuldig elke waarde $k$ van $X$ met de bijbehorende kans
 
					- 
						Tel de uitkomsten op en je hebt $E(X)$
 
				 
			 | 
		
		
			| 
				 
					Voorbeeld 
				
					  
				
					Bij een loterij zijn 100 loten van €2,- verkocht. Er is één prijs van €50,- en drie prijzen van €10,- 
				
					- 
						Bereken voor een deelnemer de winstverwachting per lot.
 
				 
				
					Opgave 54 op blz 38 
			 | 
			
				 
					Uitwerking 
				
					Neem $U$=uitbetaling en bereken de kans op de verschillende uitbetalingen: 
				
					$P(U=50)=\frac{1}{100}=0,01$ 
					$P(U=10)=\frac{3}{100}=0,03$ 
					$P(U=0)=\frac{96}{100}=0,96$ 
				
					$E(U)=0,01\cdot50+0,03\cdot10+0,96\cdot0=0,80$ 
			 |