Actueel
Archief
Culinair
Didactiek
Documentatie
Etalage
Formules
Fotoboeken
Functies
Geschiedenis
ICT
ICTauteur
Laatste nieuws
Lesmateriaal
Muziek
Natuur
Onderwijs
Ontspanning
Persoonlijk
Probleemaanpak
Proeftuin
Puzzels
Rekenen
Rekenmachines
Ruimtemeetkunde
Schoolwiskunde
Snippers
Systeem
Taal van de wiskunde
Vergelijkingen
Verhalen
WisFaq
WisKast




2. bewijzen in driehoeken en vierhoeken

Gelijkvormige driehoeken

Bij het aantonen dat twee driehoeken gelijkvormig zijn noteer je het gelijkvormigheidskenmerk. Er zijn 4 gelijkvormigheidskenmerken. Je noteert ze met kleine letters.

Congruente driehoeken

Bij het aantonen dat twee driehoeken congruent zijn noteer je het congruentiekenmerk. Er zijn 5 congruentiekenmerken. Je noteert ze met hoofdletters.

Twee driehoeken zijn gelijkvormig als ze gelijk hebben:

  • twee hoeken (hh)
  • een hoek en de verhouding van de omliggende zijden (zhz)
  • de verhouding van de zijden (zzz)
  • een rechte hoek en de verhouding van twee niet omliggende zijden (zzr)

Twee driehoeken zijn congruent als ze gelijk hebben:

  • een zijde en twee aanliggende hoeken (HZH)
  • een zijde, een aanliggende hoek en de tegenoverliggende hoek (ZHH)
  • twee zijden en de ingesloten hoek (ZHZ)
  • alle zijden (ZZZ)
  • twee zijden en de rechte hoek tegenover één van die zijden (ZZR)
q12270img1.gif

Met de gelijkvormigheidskenmerken en de congruentiekenmerken zijn veel eigenschappen van de gelijkbenige driehoek, de gelijkzijdige driehoek, het parallellogram, de ruit en de rechthoek bewezen.

©2004-2024 W.v.Ravenstein