Actueel
Archief
Culinair
Didactiek
Documentatie
Etalage
Formules
Fotoboeken
Functies
Geschiedenis
ICT
ICTauteur
Laatste nieuws
Lesmateriaal
Muziek
Natuur
Onderwijs
Ontspanning
Persoonlijk
Probleemaanpak
Proeftuin
Puzzels
Rekenen
Rekenmachines
Ruimtemeetkunde
Schoolwiskunde
Snippers
Systeem
Taal van de wiskunde
Vergelijkingen
Verhalen
WisFaq
WisKast




bankbiljetten


Betaal €160 met biljetten van €5 en €10. In totaal zijn er 25 biljetten. Hoeveel biljetten moet je van elk soort nemen?

Die 25 biljetten vertegenwoordigen in ieder geval een waarde van €125. Het moet €160 zijn, dus heb je nog 35 euro te verdelen over de tientjes. Dat zijn dan 7 tientjes. Je hebt dus 18 vijfjes en 7 tientjes.

Controleren: 18·5 + 7·10 = 90 +70 = 160 euro. Klopt.

q9111img1.gif

©2004-2024 W.v.Ravenstein