Vermenigvuldigen

In een klas zitten 12 jongens en 17 meisjes. Er wordt een comité gevormd van 5 leerlingen met 3 jongens en 2 meisjes.

Het aantal manieren is:

$
\left( {\begin{array}{*{20}c}
{12}\\
3\\
\end{array}} \right) \cdot \left( {\begin{array}{*{20}c}
{17}\\
2\\
\end{array}} \right)
$=29.920

Optellen

In een klas zitten 12 jongens en 17 meisjes. Er wordt een comité gevormd van 5 leerlingen met minstens 4 jongens.

Het aantal manieren is:

$
\left( {\begin{array}{*{20}c}
{12}\\
4\\
\end{array}} \right) \cdot \left( {\begin{array}{*{20}c}
{17}\\
1\\
\end{array}} \right) + \left( {\begin{array}{*{20}c}
{12}\\
5\\
\end{array}} \right)
$=9.207

Er zijn twee mogelijkheden: '4 jongens en 1 meisje' of '5 jongens'.

q7881img1.gif

Een winkel heeft twee uitstalramen. Er moeten zes kledingstukken geëtaleerd worden. Op hoeveel manieren kan men deze kledingstukken etaleren als er in elk uitstalraam ten minste twee kledingstukken moeten hangen?

Zie uitwerking.