Lineaire groei

Bij lineaire groei neemt de hoeveelheid per tijdseenheid met hetzelfde getal toe of af.

Dat getal dat je per tijdseenheid moet optellen heet richtingscoëfficiënt.

Formule

$N=at+b$ met:

  • N: hoeveelheid
  • a: richtingscoëfficiënt
  • b: startwaarde (t=0)
  • t: tijd

Exponentiële groei

Bij exponentiële groei wordt de hoeveelheid per tijdseenheid met hetzelfde getal vermenigvuldigd.

Dat getal waarmee je per tijdseenheid moet vermenigvuldgen heet de groeifactor.

Formule

$N=b·g^t$ met:

  • N: hoeveelheid
  • b: startwaarde (t=0)
  • g: groeifactor
  • t: tijd
q11593img1.gif q11593img2.gif

Interpoleren en extrapoleren

Bij een aantal gegevens kun je tussenwaarden schatten met interpoleren. Je kunt dat grafisch doen (teken zo goed mogelijk de grafiek) of met een berekening. We noemen dat lineair interpoleren.

Als je waarden schat buiten het domein van je gegevens dan spreek je over extrapoleren. Dat kan ook grafisch of met een berekening.

Voorbeeld

Gegeven het aantal inwoners (in miljoenen) in verschillende jaren:

q6839img1.gif

  • Hoeveel inwoners waren er in 1985?
  • Hoeveel inwoners zijn er in 2001?

Zie voorbeeld uitgewerkt