Deze regel kan je gebruiken bij het oplossen van kwadratische vergelijkingen:
  • Als A · B = 0 dan A = 0 of B = 0

met (soms) wat voor- en na-werk:

  • Op nul herleiden.
  • Ontbinden in factoren: 'een factor buiten haakjes halen' of 'product-som-methode'.
  • Pas 'als AB=0 dan A=0 of B=0' toe.
  • Verder uitwerken.

Voorbeeld 1
(2x - 3)(x + 4) = 0
2x - 3 = 0 of x + 4 = 0
2x = 3 of x = -4
x = $
1\frac{1}
{2}
$ of x = -4

Voorbeeld 2
x2 - 5x + 6 = 0
(x - 3)(x - 2) = 0
x - 3 = 0 of x - 2 = 0
x = 3 of x= 2