q57427img1.gif

Neem voor het hek bij $A$ de lengte $x$.

  • Dan is het hek bij $B$ gelijk aan $2,20-x$.
  • Het hek bij $C$ is dan $1,60-(2,20-x)=x-0,60$.
  • Nu moet $x-0,60$ en $x$ wel samen $2,00$ zijn, dus $2x-0,60=2,00$.
  • Oplossen...
  • $x=1,30$
  • Het hek bij $A$ moet $1,30$ m zijn, het hek bij $B$ is $0,90$ m en het hek bij $C$ is $0,70$ m.