De periode of trillingstijd bij een repeterend verschijnsel is de tijdsduur tussen twee opeenvolgende gebeurtenissen waarbij de fysische toestand gelijk is. De periode T is het omgekeerde van de frequentie f, en wordt in het SI-stelsel in seconden uitgedrukt. Zodoende geldt: $\eqalign{T=\frac{1}{f}}$ Voorbeeld Als het punt P met een constante snelheid de cirkel doorloopt dan beschrijft P' (de projectie van P op de y-as) een harmonische trilling. Neem aan dat het punt P in 10 seconden rond draait en dat de straal van de cirkel 8 is. De trillingstijd T is dan 10 seconden. Als op t=0 het punt P op (8,0) is dan hoort bij de harmonische beweging van P' deze formule:
$ De frequentie $f$ is het aantal trillingen per seconde: $f=\frac{1}{T}=\frac{1}{10}$ hertz. Opgave Geef een functie die varieert tussen 8 en -2 volt met frequentie 20 Hertz en startwaarde 0. Antwoord
$\eqalign{a=\frac{8+-2}{2}=3}$ $h(t)=3+5\cdot sin(40\pi\cdot t)$
|