De oppervlakte van het vierkant is 64. De 8 driehoeken hebben allemaal dezelfde oppervlakte. De oppervlakte van één driehoek is 8.

Kijk naar de driehoek waar $a$ bij staat. De lengte van $a$ ken ik niet maar ik weet wel de hoogte en de oppervlakte. Daarmee kan je $a$ berekenen:

$Oppervlakte=\frac{1}{2}·zijde·hoogte$

$8=\frac{1}{2}·a·8$ dus $a=2$.
Nu ken je $b$ ook. $b=3$

In de driehoek waar $b$ en $c$ staat:

$8=\frac{1}{2}·3·c$ dus $c=5\frac{1}{3}$.
$d=2\frac{2}{3}$.