Wilfred noemt een aantal belangrijke redenen voor de urgentie van onderwijsinnovatie.
Het doel van onderwijs is altijd het maximale uit leerlingen te halen. Waar liggen je sterke kanten? Wat kan je goed? Wat vind je interessant? Wat vind je leuk? Wat wil je later worden? In een samenleving waar technologie en wetenschap een belangrijke rol spelen liggen daar voor leerlingen allerlei mogelijkheden hun talenten uit te buiten. Dat heeft niet alleen een maatschappelijk belang maar is ook interessant voor jonge mensen. Iets doen wat je goed kan. Iets gaan doen wat je leuk vindt, wat wil je nog meer? Wiskundeonderwijs heeft naast het leren van 'wiskunde voor iedereen' ook als doel jonge mensen enthousiast te maken voor de wiskunde of techniek. Met een goede kennis van de wiskunde vergroot je je mogelijkheden enorm. Zo'n wiskundeleraar moet dat dan allemaal maar regelen. De leerlingen met wat minder aanleg voor wiskunde er doorheen helpen en de leerlingen die mogelijkerwijs uit zouden kunnen groeien tot echte wiskundigen stimuleren en alles wat er tussen in zit. Ga er maar aan staan. Concreet betekent dat er voor verschillende leerlingen verschillende leerroutes mogelijk zouden moeten zijn. 'Wiskunde voor iedereen' is niet uitdagend genoeg en geeft een verkeerd beeld van wat wiskundigen doen. In de praktijk moet je derhalve ruimte maken voor individuele keuzes... Bij dat laatste ligt de inzet van ICT heel erg voor de hand.
|