Intervallen

Een interval is een deel van de getallenlijn.

q6701img1.gif

q6701img2.gif

q6701img3.gif

Stijgen en dalen

De intervalnotatie gebruik je om aan te geven waar een functie stijgend of dalend is. Zowel bij stijgen als dalen onderscheiden we daarbij drie soorten: constant, afnemend en toenemend.
q6702img1.gif

Minima en maxima

In onderstaande grafiek zie je 4 toppen.

q7896img1.gif

Het relatieve maximum bij (-3,2) is 2.
Het relatieve minimum bij (-1,-3) is -3.

Maxima en minima moet je (soms) plaatselijk opvatten.