Een verhouding tussen twee grootheden geeft aan hoeveel keer groter of kleiner de ene grootheid is ten opzichte van de andere. Voorbeeld: voor 1 ons kaas betaal je 2 euro. Als je 5 ons koopt dan betaal je 10 euro. Het gewicht en de prijs die je moet betalen verhouden zich als '1 staat tot 2' of '1:2' of ook $\large\frac{1}{2}$. Je spreekt ook wel over rechtevenredig. Met de formule $p=a\cdot g$ kan je het verband tussen g (gewicht) en p (prijs) beschrijven. De waarde van 'a' noemen we dan de evenredigheidsconstante. In het voorbeeld is 'a' de prijs van de kaas per ons. Aan het woordje 'per' kan je meestal snel herkennen dat je te maken hebt met een lineair verband. Als je het verband tussen g en p weergeeft als grafiek dan is dat een rechte lijn door de oorsprong. De 'evenredigheidsconstante' is dan de richtingscoëfficiënt van de rechte.
|