Je hebt nu van alles geleerd over het rekenen met:
-
variabelen
-
breuken
-
haakjes
-
machten
Allemaal gelukt? Begrepen? Dan mag de toets geen probleem zijn...
Eindtoets
Herleid onderstaande formules. Dat wil zeggen: schrijf de formules zonder haakjes en zo kort mogelijk.
$
\eqalign{
& a.\,\,\,2a + 5b + 4a - 3b = \cr
& b.\,\,\,\left( {2a + 3} \right)(a - 2) = \cr
& c.\,\,\,a^2 b^2 ab^3 = \cr
& d.\,\,\,\frac{{a + b}}
{a} + \frac{{a - b}}
{a} = \cr
& e.\,\,\,a^2 + (a - 1)^2 - 1 = \cr
& f.\,\,\,a\left( {a - 2} \right)^2 - (a + 2)^2 = \cr
& g.\,\,\,\left( {\frac{{x^5 }}
{{x^3 }}} \right)^2 = \cr
& h.\,\,\,3abc - \frac{{4a^2 b^3 c^4 }}
{{2ab^2 c^3 }} = \cr
& i.\,\,\,\frac{{3a^5 \cdot 6a^6 }}
{{9a^4 }} = \cr}
$
|