q8614img1.gif

Je hebt nu van alles geleerd over het rekenen met:

  • variabelen
  • breuken
  • haakjes
  • machten

Allemaal gelukt? Begrepen? Dan mag de toets geen probleem zijn...

Eindtoets

Herleid onderstaande formules. Dat wil zeggen: schrijf de formules zonder haakjes en zo kort mogelijk.

$
\eqalign{
  & a.\,\,\,2a + 5b + 4a - 3b =   \cr
  & b.\,\,\,\left( {2a + 3} \right)(a - 2) =   \cr
  & c.\,\,\,a^2 b^2 ab^3  =   \cr
  & d.\,\,\,\frac{{a + b}}
{a} + \frac{{a - b}}
{a} =   \cr
  & e.\,\,\,a^2  + (a - 1)^2  - 1 =   \cr
  & f.\,\,\,a\left( {a - 2} \right)^2  - (a + 2)^2  =   \cr
  & g.\,\,\,\left( {\frac{{x^5 }}
{{x^3 }}} \right)^2  =   \cr
  & h.\,\,\,3abc - \frac{{4a^2 b^3 c^4 }}
{{2ab^2 c^3 }} =   \cr
  & i.\,\,\,\frac{{3a^5  \cdot 6a^6 }}
{{9a^4 }} =  \cr}
$