In een vaas zitten 8 witte, 4 blauwe en 2 rode ballen. We trekken steeds drie ballen uit de vaas zonder terugleggen.
Uitwerking 1Maak gebruik van:
Aantal gunstige uitkomsten is $3·8·7·6=1008$ Uitwerking 2
Er zijn eigenlijk twee soorten ballen: witte en niet-witte. Wat is nu de kans op (precies) twee witte ballen? Er zijn nu verschillende mogelijkheden: de eerste 2 ballen kunnen wit zijn en de derde niet, de eerste en de derde kunnen wit zijn, enzovoort.... P(w,w,n) = $\eqalign{\frac{8}{14}\cdot\frac{7}{13}\cdot\frac{6}{12}=\frac{2}{13}}$ Vervolgens kijk je hoeveel verschillende volgordes je kunt maken met twee witte en een niet-witte. Dit kan op 3 verschillende manieren, dus de kans op precies twee witte ballen is 3·$\eqalign{\frac{2}{13}=\frac{6}{13}}$
Uitwerking 3Je kunt dit soort vragen ook oplossen door naar combinaties te kijken. Op hoeveel manieren kan je 2 witte knikkers uit de vaas halen.
$
|