Ik besteed tijdens mijn werkzaamheden veel tijd aan leerlingen waar de wiskunde niet zo maar komt aanwaaien. Ik heb al 's eerder geroepen dat de goede leerlingen er daarbij enigzins bekaaid van afkomen. Dat is jammer, maar een kwestie van prioriteiten... Met name in de derde klas is halverwege het schooljaar meestal wel duidelijk welk profiel en welk soort wiskunde de leerlingen gaan doen. Na tweeëneenhalf jaar weten de meeste leerlingen wel wat hun sterke en zwakke kanten zijn voor wat betreft de wiskunde. Uiteraard moeten leerlingen wel de kans krijgen die talenten of het onbreken ervan te ontdekken. Waarom kunnen we leerlingen die wiskunde A/C gaan doen niet alvast voorbereiden op die taak? Waarom kunnen we leerlingen die wiskunde B of zelfs wiskunde D gaat doen niet vast voorbereiden op die taak? Er is niets zo vervelend dan dingen te moeten doen die je niet nodig hebt. Of dit nu is omdat je 't toch niet begrijpt en 't verder niet nodig hebt of omdat je 't allemaal allang begrijpt maar toch allemaal domme sommen moet maken... Een ander bezwaar is dat wiskunde voor veel leerlingen nog het meest lijkt op het oefenen van toonladders terwijl je eigenlijk muziek wilt maken. Uiteraard moet je een aantal basisvaardigheden bezitten maar dat is niet genoeg. Je kunt wel roepen dat je dat later nodig hebt om echt goed te kunnen spelen, maar erg motiverend is dat niet. Hoeveel leerlingen haken er dan voortijdig af? Waarom kan je niet beide doen? Basisvaardigheden? Zeker, maar doe ook inspirerende dingen en laat zien dat wiskunde meer is dan 'domme sommen' maken. Haakjes wegwerken, vergelijkingen oplossen, ontbinden in factoren, formules, nog meer formules, haakjes maken, breuken... Wat is daar de lol van? Dat is toch niet wat wiskundigen doen? Wiskundigen lossen problemen op, ze zijn op zoek naar structuren, naar wetmatigheden, naar abstracties... Mijn idee? Wiskunde is een mooi vak omdat de dingen kloppen. Je ontdekt regelmatigheden die altijd gelden. De stelling van Pythagoras geldt voor alle rechthoekige driehoeken... altijd... en wat je er dan allemaal niet mee kan. Maar ja... leg dat maar 's uit. Nee, dat moet beter kunnen. De wiskunde zelf is niet moeilijk. Ze is logisch, compact en eenmaal begrepen overal toepasbaar. Waar vind je dat nog? Voor leerlingen moet dat te doen zijn. Het probleem zit hem waarschijnlijk meer in de motivatie. Waarom zou je met wiskunde bezig houden? Wat heb je er aan? Het is gewoon niet leuk genoeg. Daarnaast bestaat er toch wel zoiets als wiskundeangst. Als je jarenlang wordt bestookt met onbegrijpelijkheden en er eisen worden gesteld waar je op geen enkele manier aan kan voldoen? Komt dat ooit nog goed? Ik denk 't niet. Dus het is zaak het niet zover te laten komen. Snel ingrijpen dus... Misschien moeten we af van het idee als we iedereen wiskunde aanbieden in hapklare brokken dat we dan goed bezig zijn. Misschien doen we daarmee sommige leerlingen te kort en helpt het voor andere leerlingen niet om er iets mee te kunnen... Adaptief wiskundeonderwijs? Zou dat niet wat zijn? Zie ook:
|