EXAMENOPGAVE | Havo 2013, 1e tijdvak, wiskunde B opgave 16
|
Kijk naar het hoogste en laagste punt en neem het midden.
a=2,5 en b=1,5 |
De verticale verplaatsing is 4, dus d=4. |
Een halve periode is 3, dus de hele periode is 6. $\eqalign{c=\frac{2\pi}{6}=\frac{1}{3}\pi}$ |
$ \eqalign{ & y = a + b \cdot \cos (c(x - d)) \cr & a = 2\frac{1} {2} \cr & b = 1\frac{1} {2} \cr & c = \frac{1} {3}\pi \cr & d = 4 \cr} $ |