Kenmerken opsporen met de GR Gegeven $f(x)=3·sin^2(x)+1$
Met de GR kan je de coördinaten van de toppen $A$ en $B$ bepalen. $A(\frac{1}{2}\pi,4)$ en $B(\pi,1)$ Je weet dan het maximum $y_A=4$ en het minimum $y_B=1$. Je weet dan de evenwichtsstand en de amplitude.
$\eqalign{a=\frac{1+4}{2}=2\frac{1}{2}}$ |
...en dan de rest
Je weet ook dat het verschil: $\eqalign{c=\frac{2\pi}{\pi}=2}$ Als je de evenwichtslijn weet kan je ook de coördinaten van $C$ bepalen. $C$ ligt $\frac{1}{4}\pi$ naar links t.o.v. $A$. Je weet dan de horizontale verschuiving. $\eqalign{d=\frac{1}{4}\pi}$ Zodat het functievoorschrift gelijk is aan: $y=2\frac{1}{2}+1\frac{1}{2}sin(2(x-\frac{1}{4}\pi))$ |