2. met een stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden

q14204img1.gif

In een winkel ga ik 22 snoepjes kopen. De snoepjes kosten 0,30 en 0,40 euro per stuk. Ik betaalde 7,50 euro in totaal.


Neem $x$:aantal snoepjes van 0,30 en $y$:aantal snoepjes van 0,40. Er geldt:

$x+y=22$
$0,3x+0,4y=7,5$

Oplossen geeft:

$x+y=22$
$3x+4y=75$

$4x+4y=88$ (1)
$3x+4y=75$ (2)

(1)-(2) geeft:

x=13

Je hebt 13 snoepjes van 0,30 en 9 snoepjes van 0,40.