Je hebt bij 2. Kippen en konijnen zelf een 'probleem' verzonnen. Voor dat soort problemen zou je ook een stelsel van vergelijkingen op zou kunnen stellen en dat stelsel dan oplossen.
|
Noem het aantal kippen $k$ en het aantal konijnen $m$.
Er geldt:
$\cases {
k+m=35&|2\times|\cr
2k+4m=94&|1\times|\cr}
\eqalign{\cr}$
$\cases {
2k+2m=70&(1)\cr
2k+4m=94&(2)\cr}$
$\eqalign{
& (2) - (1)\,\,geeft: \cr
& 2m = 24 \cr
& m = 12\,\,en\,\,k = 23 \cr}$
$\cases {
k=23\cr
m=12\cr}$
Je hebt $23$ kippen en $12$ konijnen.
Opdracht |
|