$2\times 66\frac{2}{3}$=$133\frac{1}{3}$
$
10001 - 102 =
$
9999-100=9899
$
88 - ..... + 8 = 70
$
96 - ... =70, dus 26
$
0,375 \times \frac{1}{{125}} = 0,....
$
$\frac{375}{1000}\times\frac{1}{125}$=$0,003$
$
78630 - 8 \times 7863 =
$
dat is 2$\times$7863, dus 15.726
$
\frac{{13 \times 52}}{{169}} =
$
dat is $\frac{52}{13}$=4
$
4:0,125 =
$
teller en noemer keer 8 geeft 32.
$
1\frac{1}{3}:\frac{1}{3} + \frac{1}{3}:1\frac{1}{3} =
$
4+$\frac{1}{4}$=4$\frac{1}{4}$
$
0,3485:17 =
$
34 en 85 zijn deelbaar door 17, dus 0,0205
Het kan ook nog zijn dat het vooral inzicht is in de gedachtengang van de persoon die de sommetjes bedacht heeft. Die zal ook wel een soort van idee hebben wat de handige aanpak is. Maar dat lost het probleem niet op... want waar haalt hij/zij dan die ideeën vandaan?
Je ziet 's pas als je 't door hebt