`
Teken de lijn l door PQ. Snijdt l met BF. Noem het snijpunt S. Teken de lijn k door S en G. Snijdt k met BC en noem het snijpunt R. Teken QR. Teken evenwijdig aan QR de lijn m door G. Het snijpunt van m met EH noem ik T. Teken tenslotte de lijn PT.