1. voorkennis
Kruiselings vermenigvuldigen
In een verhoudingstabel gelden allerlei wetmatigheden. Een handige manier om 'onbekenden' uit te rekenen is met gebruik te maken van kruislings vermenigvuldigen.
Rechthoekige driehoeken
Een rechthoekige driehoek heeft een rechte hoek, twee rechthoekszijden en een schuine zijde.
De rechthoekszijde $BC$ ligt tegenover $\angle A$. Daarom heet de zijde $BC$ de overstaande rechthoekszijde van $\angle A$.
De rechthoekszijde $AC$ is een been van $\angle A$. Zijde $AC$ heet de aanliggende rechthoekszijde van $\angle A$.
De stelling van Pythagoras
In een rechthoekige driehoek geldt:
a2+b2=c2
De schuine zijde in het kwadraat is gelijk aan de som van de kwadraten van de rechtshoekszijden.
Voorbeeld
$
\angle
$C=90°, dus:
AC2+BC2=AB2
52+42=AB2
25+16=AB2
AB2=41
AB=$
\sqrt {41} \approx 6,4
$