5. periodieke verbanden
Evenwichtsstand en amplitude
Een periodieke functie is een functie die zich steeds herhaald.
-
Periode
Het kleinste deel dat zich steeds herhaald. -
Evenwichtsstand
Het midden van hoogste en laagste stand. -
Amplitude
De uitslag t.o.v. de evenwichtsstand.

Voorbeeld
- Bepaal de amplitude, periode en evenwichtsstand.
Uitwerking
Kijk naar de laagste en hoogste stand.
Tel ze op en deel ze door 2. Dat geeft je de evenwichtsstand. De evenwichtsstand is $2$. Kijk naar het verschil tussen evenwichtsstand en de hoogste stand. De amplitude is derhalve $1\frac{1}{2}$
Kijk naar de snijpunten van de grafiek met de evenwichtsstand. In de grafiek kun je dan de periode vinden. De periode is $3$.