`
Onderlinge ligging van lijnen
Gegeven de lijnen $k:ax+by=c$ en $l:px+qy=r$ en het stelsel:
$\left\{ \begin{array}{l}
ax + by = c\\
px + qy = r
\end{array} \right.$
Dan zijn er drie mogelijkheden:
Voorbeeld
Gegeven zijn de lijnen $k:2x-y=4$ en $l:x-3y=-3$. Het snijpunt van de lijnen is A. Het punt B(5,6) ligt op $k$.
Lijnen, hoeken en afstanden
De hoek tussen twee lijnen waarvan de vergelijkingen zijn gegeven bereken je met behulp van richtingshoeken.
De richtingshoek van een lijn is de hoek die de lijn maakt met het positieve deel van de $x$-as.
Voor de richtingshoek $\alpha$ van de lijn $k$ geldt:
Voor de hoek $\varphi$ tussen twee lijnen met richtingshoeken $\alpha$ en $\beta$, waarbij $\alpha\gt\beta$, geldt:
Als voor de lijnen $k$ en $l$ geldt $rc_k\cdot rc_l=-1$ dan staan de lijnen loodrecht op elkaar.
Werkschema voor het berekenen van de afstand van een punt A tot de lijn k:
Gebruik daarbij:
$d(A,B) = \sqrt {{{\left( {{x_B} - {x_A}} \right)}^2} + {{\left( {{y_B} - {y_A}} \right)}^2}} $