`
Je kunt boven en onder ook optellen. Dat is wel bijzonder.
Dus 4:6 is hetzelfde als 24:36.
Met kruislings vermenigvuldigen kan je 'x' uitrekenen.
2x=3·9
2x=27
x=13$\large\frac{1}{2}$
Met kruislings vermenigvuldigen kan je ook 'y' uitrekenen.
2·32=3y
3y=64
y=21$\large\frac{1}{4}$
'x' en 'y' berekenen:
$x=1\frac{1}{2}\cdot9=13\frac{1}{2}$
$y=\frac{2}{3}\cdot32=21\frac{1}{4}$
Er geldt:
3p=2q
Dus:
p=$\large\frac{2}{3}$q
q=1$\large\frac{1}{2}$p