Actueel
Archief
Culinair
Didactiek
Documentatie
Etalage
Formules
Fotoboeken
Functies
Geschiedenis
ICT
ICTauteur
Laatste nieuws
Lesmateriaal
Muziek
Natuur
Onderwijs
Ontspanning
Persoonlijk
Probleemaanpak
Proeftuin
Puzzels
Rekenen
Rekenmachines
Ruimtemeetkunde
Schoolwiskunde
Snippers
Systeem
Taal van de wiskunde
Vergelijkingen
Verhalen
WisFaq
WisKast




3. breuken en verhoudingen

Breuken vermenigvuldigen

$
\eqalign{
  & {A \over B} \cdot {C \over D} = {{AC} \over {BD}}  \cr
  & A \cdot {B \over C} = {{AB} \over C}  \cr
  & {A \over C} \cdot B = {{AB} \over C}  \cr
  & A \cdot B \cdot {1 \over C} = {{AB} \over C}  \cr
  & A \cdot {B \over A} = B \cr}
$

Breuken optellen

Gelijknamige breuken, dat zijn breuken met gelijke noemers, kun je direct optellen en aftrekken:

$
\eqalign{
  & {A \over B} + {C \over B} = {{A + C} \over B}  \cr
  & {A \over B} - {C \over B} = {{A - C} \over B} \cr}
$

Bij optellen en aftrekken van breuken die niet gelijknamig zijn moet je de breuken eerst gelijknamig maken.

Verhoudingen

De verhouding 50:125 is te vereenvoudigen tot 2:5. Om een bedrag te verdelen in de verhouding 2:5 bereken je eerst 2+5=7. Je krijgt dan het $\frac{2}{7}$- en $\frac{5}{7}$-deel van dat bedrag.

Voorbeeld

Verdeel €27,50 in de verhoudig 3:8 geeft:

  • $\frac{3}{11}$ · €27,50 = €7,50 en $\frac{8}{11}$ · €27,50 = €20,-

Zie ook verhouding en verhoudingstabel

©2004-2024 W.v.Ravenstein