Actueel
Archief
Culinair
Didactiek
Documentatie
Etalage
Formules
Fotoboeken
Functies
Geschiedenis
ICT
ICTauteur
Laatste nieuws
Lesmateriaal
Muziek
Natuur
Onderwijs
Ontspanning
Persoonlijk
Probleemaanpak
Proeftuin
Puzzels
Rekenen
Rekenmachines
Ruimtemeetkunde
Schoolwiskunde
Snippers
Systeem
Taal van de wiskunde
Vergelijkingen
Verhalen
WisFaq
WisKast




Oplossing week 19

De broertjes Ad en Ed hebben geld gespaard. Als Ed 10 euro aan Ad zou geven, dan had Ad 2 maal zo veel geld als zijn broer. Als Ad 10 euro aan Ed zou geven, dan hadden ze beiden evenveel.

Noem het bedrag dan Ed heeft $e$ en het bedrag dat Ad heeft $a$. Er geldt:

$2(e-10)=a+10$
$e+10=a-10$

$a=70$
$e=50$

©2004-2024 W.v.Ravenstein