`
Rechts zie je een klein rangeerterrein met twee wagons (blauw en groen) en een locomotief (rood). De wagons hebben een lengte van 5 meter en de locomotief heeft een lengte van 10 meter.
Het doodlopende stuk tussen het stootblok en de wissel linksonder heeft een lengte van 5 meter (dus de locomotief kan niet van baanvak wisselen bij de wissel linksonder).
Het doodlopende stuk tussen het stootblok en de wissel rechtsonder heeft een lengte van 15 meter. De locomotief kan vooruit en achteruit rijden, en kan de wagons zowel duwen als trekken.
Vraag: Hoe moet de locomotief de wagons rangeren om tot een situatie te komen waarbij de wagons van plaats verwisseld zijn, en de locomotief weer terug is in zijn startpositie?