`
Een rechthoekige driehoek
Een rechthoekige driehoek heeft een rechte hoek, twee rechthoekszijden en een schuine zijde. We noemen de schuine zijde ook wel de langste zijde.
$a^2+b^2=c^2$
De stelling van Pythagoras
In een rechthoekige driehoek geldt:
a2+b2=c2
De schuine zijde in het kwadraat is gelijk aan de som van de kwadraten van de rechtshoekszijden.
Voorbeeld 1
$
\angle
$C=90°, dus:
AC2+BC2=AB2
AC2+72=122
AC2+49=144
AC2=95
AC=$
\sqrt {95} \approx 9,7
$
Voorbeeld 2
$
\angle
$Y=90°, dus:
XZ2=XY2+YZ2
($
2\sqrt 3
$)2=XY2+22
12=XY2+4
XY2=8
XY=$
\sqrt 8 \approx 2,8
$