`
Opdracht 1
Gegeven: $BE=3$, $AE=2$ en $EF=2$
Gevraagd: bereken $\angle C$ in hele graden.
Opdracht 2
Gegeven: $BC=5$, $EF=3$ en $EB=2$.
Gevraagd: bereken $\angle A$ in hele graden.
$\Delta ABC \sim \Delta FBE$, want:
Twee driehoeken met twee gelijke hoeken dus $\Delta ABC \sim \Delta FBE$. $\angle C=\angle FEB$. In $\Delta BFE$ kan je $\angle FEB$ uitrekenen met de cosinus.
$cos(\angle FEB)=\frac{2}{3}$
$\angle FEB\approx48^o$
$\Delta ABC \sim \Delta AEF$, want:
Kies $AE=x$ en vul de verhouidingstabel in:
Met kruislings vermenigvuldigen krijg je:
$3(x+2)=5x$
$3x+6=5x$
$2x=6$
$x=3$
Als $AE=3$ en $EF=3$ dan $\angle A=45^o$