`
Geef van de lijnen in de figuur aan of ze evenwijdig zijn, kruisen of snijden. Alle punten die aangegeven zijn, zijn hoekpunten van de figuur óf middens van de ribben waar ze op liggen.
GI en HK
MO en AH
AF en HM
BK en CI
DO en CP
EI en HK
FP en BD
ON en BJ
AO en EK
HF en CK