` Wiskundeleraar
©2012 wiskundeleraar.nl

definities en stellingen

Definities

  • Een gestrekte hoek is een hoek waarbij de benen in het verlengde van elkaar liggen. De grootte van een gestrekte hoek is 180$^o$.
  • Een rechte hoek is de helft van een gestrekte hoek. De grootte van een rechte hoek is 90$^o$.
  • Een parallellogram is een vierhoek met twee paar evenwijdige zijden.
  • Een ruit is een vierhoek met vier even lange zijden.
  • Een rechthoek is een vierhoek met vier rechte hoeken.
  • Een vierkant is een ruit die tevens een rechthoek is.

Stellingen

  • Als twee evenwijdige lijnen worden gesneden door een derde lijn dan zijn de F-hoeken even groot en de Z-hoeken even groot.
  • Als er bij twee lijnen die gesneden worden door een derde lijn een paar even grote F-hoeken en Z-hoeken optreedt dan zijn die twee lijnen evenwijdig.
  • Bij twee snijdende lijnen zijn de overstaande hoeken even groot.
  • De som van de hoeken van een driehoek is 180$^o$ (hoekensom driehoek).
  • De buitenhoek van een driehoek is gelijk aan de som van de twee niet-aanliggende binnenhoeken.
  • De som van de hoeken van een vierhoek is 360$^o$ (hoekensom vierhoek).
  • In een parallellogram zijn de overstaande hoeken even groot.
  • Als in een vierhoek twee paar overstaande hoeken even groot zijn dan is de vierhoek een parallellogram.
  • Een rechthoek is tevens een parallellogram.
  • Als in een parallellogram een hoek recht is dan is het parallellogram een rechthoek.

Terug Home

Login View