definities en stellingen
Definities
- Een gestrekte hoek is een hoek waarbij de benen in het verlengde van elkaar liggen. De grootte van een gestrekte hoek is 180^o.
- Een rechte hoek is de helft van een gestrekte hoek. De grootte van een rechte hoek is 90^o.
- Een parallellogram is een vierhoek met twee paar evenwijdige zijden.
- Een ruit is een vierhoek met vier even lange zijden.
- Een rechthoek is een vierhoek met vier rechte hoeken.
- Een vierkant is een ruit die tevens een rechthoek is.
Stellingen
- Als twee evenwijdige lijnen worden gesneden door een derde lijn dan zijn de F-hoeken even groot en de Z-hoeken even groot.
- Als er bij twee lijnen die gesneden worden door een derde lijn een paar even grote F-hoeken en Z-hoeken optreedt dan zijn die twee lijnen evenwijdig.
- Bij twee snijdende lijnen zijn de overstaande hoeken even groot.
- De som van de hoeken van een driehoek is 180^o (hoekensom driehoek).
- De buitenhoek van een driehoek is gelijk aan de som van de twee niet-aanliggende binnenhoeken.
- De som van de hoeken van een vierhoek is 360^o (hoekensom vierhoek).
- In een parallellogram zijn de overstaande hoeken even groot.
- Als in een vierhoek twee paar overstaande hoeken even groot zijn dan is de vierhoek een parallellogram.
- Een rechthoek is tevens een parallellogram.
- Als in een parallellogram een hoek recht is dan is het parallellogram een rechthoek.