Ik ben op de hoogte dat er in een verhoudingstabel allerlei wetmatigheden gelden en dat een handige manier om 'onbekenden' uit te rekenen is gebruik te maken van kruislings vermenigvuldigen.
Ik ben bekend met rechthoekige driehoeken, rechthoekszijden en schuine zijde.Ik kan onbekende zijden uitrekenen met de stelling van Pythagoras.
Ik kan kijkend vanuit een hoek de overstaande en aanliggende rechtshoekszijde onderscheiden.
Ik kan eenvoudige gebroken vergelijkingen oplosssen.
Ik kan in een rechthoekige driehoek het hellingsgetal en het hellingsprecentage uitrekenen.
Ik begrijp dat het helllingsgetal hezelfde is als de tangens van de hellingshoek.
Ik kan met mijn rekenmachine de hoek omrekenen naar de tangens en andersom.
Ik kan in rechthoekige driehoeken hoeken en zijden uitrekenen met de tangens, sinus en de cosinus.
Ik kan bij een gelijkbenige driehoek (waarvan de zijden gegeven zijn) de hoeken berekenen.
Ik kan als het nodig is geschikte hulplijnen tekenen zodat je rechthoekige driehoeken krijgt waarbij je met de goniometrische verhoudingen zijden en hoeken kunt uitrekenen.
Ik ben bekend hoe je opgaven met het werkschema kunt aanpakken.
Ik kan de lengten van lijnstukken berekenen met:
de stelling van Pythagoras
gelijkvormige driehoeken
goniometrische verhoudingen
Ik kan ook berekeningen in ruimtefiguren doen:
een geschikte rechthoekige driehoek of een geschikt diagonaalvlak zoeken
ik teken daarvoor de driehoek of het diagonaalvlak apart
ik gebruik de juiste (of handigste) goniometrische verhouding
Ik kan bij toepassingen geschikte hulplijnen tekenen.