Grafieken van goniometrische functies
Periodieke verbanden
	
	Kenmerken van een periodiek verband:
	- 
		periode is de kortste tijd die het duurt tot herhaling optreedt
 
	- 
		evenwichtsstand is (hoogste stand + laagste stand)/2
 
	- 
		amplitude is hoogste stand $-$ evenwichtsstand
 
De algemene vorm van een sinusfunctie
	
Opdracht
	Ga naar het grafiekenprogramma en beantwoord de volgende vragen.
	- 
		https://www.desmos.com/calculator
		Zie eventueel https://www.wiskundeleraar.nl en dan hulpmiddelen voor de hyperlink. 
	
		
			
				
		
		
			
				figuur 1
		
	
	Neem het functievoorschrift uit figuur 1 over in het grafiekenprogramma.
	- 
		Geef de evenwichtsstand, de amplitude, de periode en de verticale verschuiving.
 
	- 
		Als je bij de functie van a. de waarde van $b$ verandert in $-3$ wat moet je dan voor $d$ nemen zodat je dezelfde grafiek krijgt? Hoe kan je dat zien aan de grafiek van 1.?
		
		
 
	- 
		Teken de sinusfunctie $f$ die 'begint' in $(-1,3)$ met een amplitude van $2$ en een periode van $4$. De grafiek van $g$ snijdt de grafiek van $f$ in het punt $(5,3)$.
		
		
		
		Geef een functievoorschrift van $g$. 
	- 
		Gegeven is de volgende grafiek:
		
		
		
		Geef een functievoorschrift met sinus. Neem $b\lt0$