`
Op 16 december 2005 schreef ik op het leroweb:
...en laten we niet de fout maken te denken dat de wiskunde die studenten zelf hebben gehad (hoe leuk ook kennelijk) representatief is voor wat wiskunde zou kunnen of zelfs moeten zijn... en dat geldt natuurlijk ook voor de wiskunde zoals die nu op scholen ingevuld wordt....
Ik bedoelde daarmee te zeggen dat je als lerarenopleiding wiskunde moet proberen studenten een beter beeld te geven van wat wiskunde is. De schoolwiskunde geeft, denk ik, een vreemd beeld over dit wonderlijke vak.
'Soms vind ik het jammer dat wiskunde op de middelbare school wordt gegeven. Het geeft namelijk zo'n slecht beeld van wat het vak echt inhoudt.'
Robbert Dijkgraaf
In het verslag van de bijeenkomst VO-HO aansluiting wiskunde 23 april 2007 kwam ik een 'wensenlijstje' tegen met ‘wat studenten wiskunde zouden moeten beheersen’:
Dat is (denk ik) wel herkenbaar voor wat betreft de studenten van de lerarenopleiding wiskunde.
In het licht van het bovenstaand had ik het idee opgevat om een nieuwe cursus te maken met de titel ‘Taal van de wiskunde’. Ik schreef zomaar:
Het lijkt me niet verkeerd eens expliciet aandacht te besteden aan fatsoenlijke gebruik van symbolen, notaties, wiskundige taal, e.d. Ik denk daarbij ook aan structuur van bewijzen, formules, nomenclatuur, e.d. Aandacht voor de eigen wiskundetaalvaardigheden en concrete invulling, uitwerking en reflectie op kerndoel 19.
Inmiddels is die cursus Taal van de wiskunde er nog gekomen ook. Na een enigszins moeizame start heeft de cursus gedraaid in twee verschillende groepen eerstejaars wiskundestudenten.
De cursus bestaat uit 8 werkcolleges waarvan er 7 met huiswerkopdrachten. Ik heb daarbij de volgende hoofdstukindeling gebruikt:
1. Inleiding
2. Gehele getallen
3. Wiskunde als wetenschap
4. Wiskundetaal ontwikkelen
5. Getallen en letters
6. Verzamelingen, logica en bewijzen
7. Eén, twee, drie, oneindig!
8. Wiskunde en wiskundeonderwijs
Er zijn elke week (individuele) opdrachten en een inleveropdracht (groepsopdracht).
Uiteindelijk ben ik er in geslaagd om het moeilijkste vak te maken. Dat was een beetje een domper, want de bedoeling was nu juist om studenten beter voor te bereiden op de andere vakken. Maar, ik geloof, dat de studenten het wel een nuttig vak vonden. Ik heb me, denk ik, een beetje verkeken op de parate kennis en vaardigheden. Dat laatste is dan wel weer heel goed om te weten.
De werkcolleges bezorgden de studenten vooral hoofdpijn en de groepsopdrachten werkte ook niet, maar verder ging het wel zo'n beetje... Het was gewoon te veel en te moeilijk. Eigenlijk kwam ik niet eens toe aan de 'taal van de wiskunde'.
Volgend jaar doen we 't dan gewoon nog maar een keer, maar dan iets meer tijd nemen en veel meer oefenen! Uiteindelijk moet dat kunnen leiden tot iets moois: betere beheersing van een groot aantal basisvaardigheden en iets begrijpen van de schoonheid van dat wondermooie vak dat wiskunde heet.
Ik heb er nu al bijna zin in...
april 2008
Ik zal hier zo'n beetje bijhouden hoe het er voor staat.