2. Informatievaardigheden
De docent is mediawijs en informatievaardig.
De docent toont aan dat hij/zij:
- voor leerlingen geschikte en betrouwbare digitale leerbronnen kan selecteren, passend bij hun leeftijd, sociaal-emotionele en morele ontwikkeling;
- sites kan beoordelen op betrouwbaarheid en authenticiteit en het belang hiervan kan overbrengen op zijn leerlingen;
- leerlingen kan leren om informatie doelmatig en doeltreffend te zoeken en te vinden;
- leerlingen kan wapenen tegen de risico's van internetgebruik.
'Mediawijsheid staat voor ‘het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld'