De bedoeling van een leerobject is uiteraard om activiteiten bij de student uit te lokken. Dit kan een orientatie op een onderwerp zijn, een zoektocht naar achtergrondinformatie of aanvullende informatie. Het aanzetten tot de ontwikkeling van een eigen mening, reflecteren op eigen ervaringen, oproepen van relevante voorkennis, inventariseren van het huidige compenteiniveau, het samenstellen van lesmateriaal of het creëren van iets moois... Je zegt het maar!

Dit is wel een voorbeeld van een leerobject. Maar wat moet een student er mee? Nadenken... Ok, dat is prima! Maar ja wat is dat? Is de melding 'ik heb er over nagedacht' voldoende? Als je wilt dat een student er iets mee kan is het wel verstandig om wat aanvullende vragen of opdrachten te verzinnen. Bijvoorbeeld 'Wie is David Thornburg?' of 'Wat zou de auteur met deze uitspraak bedoeld hebben?' of 'Wat vind je van deze uitspraak?' of ... Verzin het maar!:-)

Inhoudelijk kan je alle kanten op. Hieronder geef ik in geheel willekeurige volgorde een aantal soorten 'vragen en opdrachten' uit lopende leerroutes:

• Schema invullen n.a.v. een webcollege...
• Schrijf een korte tekst schrijven over...
• Wat vind je van dit lesmateriaal? Denk je dat leerlingen dit leuk vinden? Is het leerzaam?
• Maak een lijstje van 5 essentiele eigenschappen van ... Zet die punten in de volgorde van belangrijkheid.
• Vragen naar aanleiding van een website.
• Website maken... of een of andere WEB-activiteit opstarten of daaraan deelnemen.
• Vragen naar aanleiding van een of meerdere artikelen.
• Noem de voor- en nadelen van ...
• Maak een keuze (voorkeur) uit een gegeven lijst van onderwerpen...
• Maak een overzicht, samenvatting, mindmap...
• Vragen naar aanleiding van een experiment, filmpje, presentatie...
• Beoordelen van een website, lesmateriaal, ...
• Zoekopdracht naar een bepaald onderwerp, het leukste filmpje, het leukste experiment...
• Interactieve oefeningen laten doen (bijv. applets) waar de 'activiteiten' van worden geregistreerd en die dan door de docent op te vragen zijn.
• Vragen naar extremen: het beste, het slechtste, moeilijkste, leukste, onbegrijpelijkste...
• Verzinnen van een vakoverstijgend c.q. actueel thema, onderwerp voor een project, voor lesmateriaal, ....
• Participeren in een discussie, online community, wiki, ...
• Een brief schrijven...
• Software installeren, opdracht doen, ontdekken hoe 't werkt, ...
• Een beroepsproduct maken, publiceren, keuzes uit laten leggen, uitproberen, ...

Alles wat studenten doen naar aanleiding van de 'vragen en opdrachten' zal op de een of andere manier moeten worden opgeslagen. Dat kan natuurlijk in een word-document, een presentatie, een filmpje, een discussie of wat dan ook...

Voor het vastleggen van studentactiviteiten kan je denken aan:

• Office-documenten, word, powerpoint, excel,...
• Maak een schema, een plaatje, een schermafdruk, een website of een filmpje.
• Het beantwoorden van vragen met een online-vragenlijst.
• Het vastleggen door een programma. Bijvoorbeeld zoals in DWO. Je kunt als docent precies zien wat een student heeft uitgevoerd.
• Sla een aantal hyperlinks op in delicious...
• Lesmateriaal maken...
• Maak een beroepsproduct...
• Neem deel aan een of anders webactiviteit/community...
• Registreren hoe vaak of hoe lang iemand bepaalde pagina's bezoekt... (mwah...)
• Het aantal bijdragen aan een forum... (mwah)
• Andere achtervolgsystemen....

Alles bij elkaar heb je een plek nodig waar studenten de producten van hun activiteiten kunnen opslaan zodat de docent ze kan bekijken. Dit kan je in eigen beheer doen, maar er zijn natuurlijk ook mogelijkheden omdat elders te doen. Daarnaast moet je dan nadenken of je deze producten wilt laten delen zodat alle deelnemers aan de cursus ze (makkelijk) kunnen zien of niet.

Als studenten hun werk kunnen exposeren is het handig als de docent de producten kan bekijken, beoordelen en van feedback voorzien.