-
Ik kan breuken vermenigvuldigen en delen.
-
Ik ken de rekenregel:
$\eqalign{breuk \times breuk}$ = $\eqalign{{{teller \times teller} \over {noemer \times noemer}}}$
-
Ik kan rekenen met procenten en ben bekend met de 7 verschillende soorten procentberekeningen.
-
Ik ben op de hoogte van de volgende afspraken:
-
Kleine geldbedragen geef je in centen nauwkeurig.
-
Geef percentages in één decimaal nauwkeurig, tenzij anders vermeld.
-
Ik kan de wetenschappelijke notatie gebruiken.
-
Ik kan rekenen met lengte-, oppervlakte en inhoudmaten. Ik kan eenheden omrekenen.
-
Ik weet dan 1 liter overeenkomt met 1 dm3.
-
Ik weet hoe je met snelheid kunt rekenen. Ik kan m/s omrekenen in km/u en andersom.
-
Ik kan tijd in uren omrekenen in tijd in uren, minuten en seconden en andersom. Ik begrijp wanneer je dat nodig hebt.
-
Ik ken de regelregels voor machten en wortels.
-
Ik kan machten met letters herleiden.
-
Ik kan wortels herleiden,
-
Ik kan breuken met letters vermenigvuldigen en optellen.
-
Ik kan rekenen met verhoudingen. Ik kan een verhoudingstabel gebruiken.
-
Ik kan bij formules haakjes wegwerken.
-
Ik kan formules combineren.
Algemene aanwijzingen
Samenvatting
|