Denkactiviteit 1
De helling van de grafiek van f(x)=ax^4-3x^2+2ax in het punt A met x_A=2 is gelijk aan 5.
Denkactiviteit 2
De helling van de grafiek van g(x)=px^2+qx+2 in het punt B(3,2) is gelijk aan -3.
|
Activiteit 1
De afgeleide van f is gelijk aan f'(x)=4ax^3-6x+2a. Invullen van f'(2)=5 geeft:
4a·2^3-6·2+2a=5
32a-12+2a=5
34a=17
a=\frac{1}{2}
Activiteit 2
De afgeleide van g is gelijk aan g'(x)=2px+q. Je weet nu 2 dingen:
Dat geeft:
\eqalign{
& \left\{ \matrix{
p \cdot 3^2 + q \cdot 3 + 2 = 2 \cr
2p \cdot 3 + q = - 3 \cr} \right. \cr
& \left\{ \matrix{
9p + 3q = 0 \cr
6p + q = - 3 \cr} \right. \cr
& \left\{ \matrix{
9p + 3q = 0 \cr
18p + 3q = - 9 \cr} \right. \cr
& \left\{ \matrix{
9p + 3q = 0 \cr
- 9p = 9 \cr} \right. \cr
& \left\{ \matrix{
9p + 3q = 0 \cr
p = - 1 \cr} \right. \cr
& \left\{ \matrix{
3q = 9 \cr
p = - 1 \cr} \right. \cr
& \left\{ \matrix{
q = 3 \cr
p = - 1 \cr} \right. \cr}
|